Kan ik een vennootschap oprichten zonder inbreng van geld?


 

Als je een vennootschap wil oprichten, is er een inbreng nodig om het kapitaal te vormen. Die inbreng kan zowel gebeuren met geld als met elementen die in geld waardeerbaar zijn. In verhouding tot je inbreng zal je aandelen van de vennootschap ontvangen.

Vennootschap oprichten met inbreng in geld

Voor de vorming van het kapitaal kunnen de vennoten een inbreng in geld storten. Deze inbreng wordt meteen geblokkeerd op een bankrekening op naam van de vennootschap. Pas wanneer je een bankattest aan de notaris voorlegt, worden de gelden vrijgegeven en ter beschikking gesteld aan je onderneming.

Oprichting met inbreng in natura

Je kan ook alles wat in geld waardeerbaar is – met uitsluiting van geld zelf – inbrengen in de vennootschap, bijvoorbeeld een machine of een gebouw. Je moet je er wel van bewust zijn dat die zaken vanaf dat moment deel uitmaken van het vermogen van de vennootschap.

Een inbreng in natura is erg gevoelig voor overwaardering. Zo’n inbreng kan vrij snel een verkeerd beeld creëren van de waarde van de vennootschap. Als de vennootschap in faling zou gaan, worden de rechten van de schuldeisers of vennoten mogelijk geschonden als duidelijk blijkt dat er overgewaardeerd is.

Verplichte verslagen

Om overwaardering bij de inbreng tegen te gaan zijn twee verslagen verplicht:

  1. Een verslag van de oprichter/inbrenger
    Dit verslag beschrijft het nut en de waarde van de inbreng.
  1. Een verslag van de revisor
    De revisor zal het verslag van de oprichter/inbrenger nalezen en nagaan of de gebruikte waarderingsmethoden en verhoudingen kloppen. Dit verslag wordt publiek gemaakt.

Als de oprichters/inbrengers toch hun eigen waardering verkiezen, tegen het advies van de revisor in, moeten ze dat uitdrukkelijk motiveren. Ze riskeren namelijk aansprakelijkheid als later zou blijken dat de inbrengen overgewaardeerd zijn.

Uitzonderingen

Bij een aantal soorten inbreng is geen verslag vereist:

  1. Inbreng van effecten tegen de gemiddelde koers van de laatste drie maanden.
  2. Inbreng van een goed dat zes maanden vóór de inbreng al gewaardeerd is.
  3. Een inbreng waarvan de waarde af te leiden is uit een door een revisor gecontroleerde jaarrekening.
  4. De inbreng bij een VOF, CommV of CVOA.

Vraag het aan Dfisc

Wens je een inbreng in natura te doen voor de oprichting van een vennootschap? Dfisc staat je graag bij!
Contacteer ons voor info en advies op office@dfisc.be, T 050 39 25 23 of maak een online afspraak.